Arnold is een geboren en getogen Deerlijkenaar. Hij werd in de Kerkstraat in Sint-Lodewijk geboren. Het gezin bleef er een viertal jaren wonen en hij liep enkele maanden school in Sint-Lodewijk. In 1946 verhuisde het gezin naar de Klijtstraat, waar moeder naast de zorg voor haar gezin een landelijke café en buurtwinkeltje openhield. Zij woonden er tot 1954 en hij ging naar school op de Belgiek. Daarna naar een woning met weverijtje in de Paanderstraat. In 1989 verhuisde Arnold naar het appartement in de Tulpenlaan.
Hij werd ingenieur, werkte bij de VRT-Brussel en daarna bij Radio 2 in Kortrijk. Voor de verkiezingen van 1972 werd hij als jongere op de lijst gevraagd en meteen verkozen. Zes jaar later werd hij schepen en bleef dit drie legislaturen. Daarna verliet hij de politiek.
Zijn inzet in de verenigingen begon in het Davidsfonds. Hij leidde mee de verjonging en werd voorzitter en maakte de start mee van de toneelgroep Die Ghesellen, de kleinkunstavonden, de uitgave van een boek over Hugo Verriest (1972) en over René De Clercq (1977).
Uit zijn politieke loopbaan vertelde hij ooit: ,,De aankoop en verbouwingen van d’Iefte onthoud ik het best. Alle dossiers werden met subsidies gerealiseerd en werden besproken met de verenigingen die er hun stek in vonden. Het was hard werken maar thans wordt d’Iefte nog steeds gewaardeerd en gekoesterd door de verenigingen en Deerlijkenaren.
Het museum René De Clercq werd in die periode gerestaureerd in samenwerking met de dienst ‘Monumenten en Landschappen’ en in 1991 geopend. Vrijwilligers houden dit kleine museum elke zondagnamiddag open.’’ Uit die achttien jaar als schepen stipte Arnold nog het herstel van de toren van de Sint-Columbakerk aan, de bouw van de BLO-school De Kim, de vele openbare werken, de inrichting van het Schoolhuis, de groenvoorzieningen allerhande, de uitbouw van het Gaverdomein, de verbeteringen aan de inrichting van de kruispunten met de Ringlaan. Hij was ook intens begaan met de scouts en gidsen. Niet te verwonderen dat hij mee de bouw van de nieuwe lokalen behartigde.
Uit een krantenartikel: ,,Ik blijf uiteraard 100% Deerlijk, waar ik mijn hele leven woon. Ik wandel graag, heb hier zeer veel vrienden en trek er af en toe voor een paar dagen op uit.” Elke zondagnamiddag spring ik even binnen in het museum. Daar zijn vrijwilligers van dienst om de bezoekers te verwelkomen en even de weg te wijzen. De activiteiten van het René De Clercqgenootschap vullen een groot deel van mijn dagen. Kinderen van de derde kleuterleeftijd komen voor een kennismaking met een huisje uit lang vervlogen tijden. Veel ingrediënten werden er bewaard en de kinderen kijken hun ogen uit.”
+is+niet+meer){kind=link}